Kindertransport

Wachttoren in kamp Vught (replica, naoorlogse foto)

Kamp Vught, Konzentrationslager Herzogenbusch, zoals het kamp officieel heette, was gebouwd om gevangenen te straffen en te laten werken. Het was niet berekend op het verblijf van kinderen. Toch zaten er in de eerste helft van 1943 veel kinderen, Joodse kinderen, in het concentratiekamp.

Anti-Joodse maatregelen

Voordat zij naar kamp Vught moesten, hadden de kinderen al veel meegemaakt. Door voortdurende maatregelen van de Duitse bezetter was hun leven ingrijpend veranderd. Ze mochten niet meer naar het zwembad, de bibliotheek, de dierentuin, mochten geen lid meer zijn van een sportclub en andere verenigingen. Ze moesten gedwongen naar aparte Joodse scholen.

In het kamp

De eerste kinderen die in Vught belandden, kwamen uit Amsterdam. Daarna kwamen ze vooral uit de noordelijke provincies. De Joodse afdeling van Kamp Vught werd in april overvol.
Vanaf de leeftijd van 4 jaar zaten de kinderen in aparte barakken en zagen zij hun ouders niet of zelden. De kinderen raakten uiteraard van slag. Sommigen waren baldadig, anderen werden ernstig ziek – vooral de kleintjes. In de kinderbarakken heersten allerlei besmettelijke ziekten. Rauter, de hoogste leider van de SS, wilde haast maken met het ‘Judenrein’ maken van Nederland. Daarom werd besloten dat mensen die niet werkten weg moesten uit Vught.
Op 8 mei 1943 vertrok een groot transport, waaronder gezinnen met drie, vier of meer kinderen. Veertien dagen later moesten nog eens 1250 mensen weg, onder wie 300 kinderen.

De proclamatie van 5 juni 1943

Alle kinderen moesten weg

Begin juni gonsden geruchten door het kamp, daarna kwam de klap: “De kinderen moeten weg.” In de barakken werd op de avond van 5 juni een proclamatie voorgelezen: “Op hoog bevel van elders moeten alle kinderen van 0 tot circa 16 jaar het kamp verlaten…”. Officieel werd gezegd dat de kinderen naar een speciaal ‘Kinderlager’ gingen.
De volgende dag werden de namen van de kinderen definitief bekendgemaakt. Moeders en vaders mochten mee. De chaos en verbijstering was groot. Op 6 juni werden de kinderen tot en met 3 jaar, vergezeld door vader en/of moeder, gedeporteerd. Op 7 juni waren de kinderen van 4 tot en met 16 jaar aan de beurt

Sobibor

Via Westerbork ging het ‘Kindertransport’ door naar Polen. Drie dagen en nachten duurde de reis. Eindelijk kwam de trein op 11 juni aan in Sobibor, waar alle kinderen, vrouwen en mannen nog diezelfde dag werden vermoord.

Bron: Janneke de Moei,  ‘Joodse kinderen in het kamp Vught’, 2e druk, mei 2007, ISBN 90-800656-6-8. Te koop bij Nationaal Monument Kamp Vught.